Onze Voorwaarden in Jip en Janneke taal:

1       Alleen mensen met de intentie Blanda’s producten aan te schaffen mogen binnenkomen. Deze mensen noemen wij klanten.

2       Alleen mensen die Blanda’s producten aanschaffen mogen binnenkomen.  

            Deze mensen noemen wij klanten.

3       Art. 461 SR: Hij, die zonder daartoe gerechtigd te zijn, zich op eens anders grond, waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door de rechthebbende is verboden, bevindt of daar vee laat lopen, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

4       Je bent vrij om op jouw manier jouw lichaam te bedekken.

5       Vrijheid voor iedereen. Dit betekent dat niemand de vrijheid van een ander kan afnemen. Doden, stelen en dwang is verboden.

6       In Blanda geldt de universele verklaring van de rechten van de mens (UVRM).

7       IVBPR/BUPO Art.1: Alle bevolken bezitten het zelfbeschikkingsrecht. Ook in Blanda.

8       Wij hanteren de wet boven de regelgeving.

9       Art. 138 lid 1 SR: Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wedderrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijderd wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie.

10   Art. 138 lid 3 SR: Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, word hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

11   Art. 138 lid 4 SR: De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.

12   “Wij leven in een soeverein land met soevereine mensen.”, zo zei koning Willem Alexander in zijn troonrede en zo doen wij zaken.

 

Opgesteld 17 oktober 2020 door:

Rosemary Patricia Henriëtte van de familie Rutten Dumas

en

Marcus van de familie Sombroek Claessens,

de eigenaren van Blanda,

Walderstraat 34,

7241 BJ te Lochem.



 Algemene voorwaarden van verbintenis op binnentreden in zake bevoegde en onbevoegde personen art. 461 Sr.

 

Door binnentreden bent u onherroepelijk akkoord met onze voorwaarden (art. 3:33 Bw.).

 

Met uw binnentreden verklaart u door dit handelen de intentie te hebben gebruik te willen maken de aangeboden faciliteiten te consumeren zoals in onze winkel worden aangeboden. Niemand anders dan wij/eigenaren en ons personeel zijn bevoegd hierin zakelijk met klanten te handelen. Elke handeling anders dan het consumeren van onze producten/diensten wordt als wederrechtelijk handelen aangemerkt.

 

Voor elke andere vorm van rechtshandelen met rechtsgevolgen bent u in onze zaak/Blanda uitdrukkelijk NIET bevoegd om binnen te treden en zijn uw intenties wederrechtelijk en in strijd met deze voorwaarden. ‘Verboden toegang’ zoals gesteld in art. 461 Sr. wordt daarop direct voor u van toepassing. Toch doorgaan wordt dan ook huisvredebreuk/ lokaalvrede-breuk (art. 138 Sr.) tenzij u in bezit bent van volledig juist getekende machtiging van de burgemeester of officier van justitie met naam en natte handtekening op de wet binnentreden.

 

Wanneer u deze algemene voorwaarde van contractuele overeenkomst op uw binnentreden verbreekt dan gaat u een verbintenis aan in zake de onrechtmatige daad (art. 6:162 Bw.) waarmee de schade die u veroorzaakt aan de rechtspersoon/Blanda of ons/eigenaren en klanten u zal worden toegerekend. U riskeert een burgerarrest als bedoeld in art. 53 Sv. (bij het betrappen op heterdaad van een strafbaar feit is een ieder bevoegd de verdachte aan te houden) en ook zal er onverwijld aangifte worden gedaan met het uitdrukkelijk verzoek tot strafvervolging waarvoor u dan ook aansprakelijk gesteld gaat worden in de plicht van art. 160 Sv. en art. 135 Sr. Deze winkel is een private aangelegenheid. Deze winkel is geen openbaar gebouw! Deze winkel is niet opengesteld voor publiek, wel voor klanten!!

 

Wanneer u met andere intenties de winkel binnenkomt als aangegeven in de algemene voorwaarden en u het contract niet aanneemt, niet leest of niet tekent - of een combinatie van deze, dan zult u 3 maal worden gesommeerd zich te verschonen van uw strafbaar handelen en u te verwijderen uit deze winkel.

Indien u dit nalaat worden de strafbare feiten die u pleegt u persoonlijk ten laste gelegd. Indien u zich na de derde sommatie niet heeft verwijderd treedt u ingevolge uw dwang in verbintenis van contract met de eigenaar van deze winkel door het plegen van uw onrechtmatige daad als bedoeld in art. 6:162 Bw.

 

Door in deze winkel te blijven en de waarschuwingen en sommaties van ons/eigenaar of personeel te negeren treedt u met deze niet alleen in contract maar bent u ook volledig geïnformeerd, dan wel heeft u de gelegenheid gehad uzelf volledig te informeren en handelt u niet te goeder trouw als bedoeld in art. 3:11 Bw. De algemene voorwaarden zijn, indien u zich niet heeft verwijderd, nu ook op u onherroepelijk van toepassing.

 

Indien u, onder dwang en bedreiging en tegen de expliciete wil van de betrokkene, persoonsgegevens afdwingt van ons/eigenaren of ons personeel, al dan niet in samenspannen, dan maakt u zich schuldig aan strafbare feiten volgens het wetboek van strafrecht zoals: Dwang voor niet ambtenaren 284 Sr, het plegen of doen plagen van een strafbaar feit door misbruik van gezag, geweld, bedreiging, misleiding etc, bedreiging met openlijk geweld (art. 285 Sr.), belaging (art. 285b Sr.) en/of dwang door ambtenaren (365 Sr.). Het plegen van deze strafbare feiten in combinatie leidt als vanzelf naar het misdrijf mensenhandel (art. 273f Sr.).

Alle daders van een misdrijf worden gestraft (art. 47 Sr.), alle medeplichtigen van een misdrijf worden gestraft (art. 48 Sr.), het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij medeplichtigheid met een derde verminderd (art. 49 Sr.)

Alle schade die uit uw onrechtmatige daden voortkomen zullen op u worden verhaald conform art. 6:162 Bw.

 Opgesteld 17 oktober 2020 door:

Rosemary Patricia Henriëtte van de familie Rutten Dumas

en

Marcus van de familie Sombroek Claessens,

de eigenaren van Blanda,

Walderstraat 34,

7241 BJ te Lochem



  Artikel 461 Sr

Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zich op eens anders grond waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door de rechthebbende is verboden, bevindt of daar vee laat lopen, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.

 

Artikel 33 Bw3

Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.

 

Artikel 138 Sr

1. Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

2. Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die, zonder voorkennis van de rechthebbende en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen.

3. Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

4. De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.

Artikel 162 Bw6

1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.

2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.

3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.

 

Artikel 53 Sv

1. In geval van ontdekking op heeter daad is ieder bevoegd den verdachte aan te houden.

2. In zoodanig geval is de officier van justitie of de hulpofficier bevoegd den verdachte, na aanhouding, naar eene plaats van verhoor te geleiden; hij kan ook diens aanhouding of voorgeleiding bevelen.

3.Geschiedt de aanhouding door een anderen opsporingsambtenaar, dan draagt deze zorg dat de aangehoudene ten spoedigste voor den officier van justitie of een van diens hulpofficieren wordt geleid.

4.Geschiedt de aanhouding door een ander, dan levert deze den aangehoudene onverwijld aan een opsporingsambtenaar over, onder afgifte aan deze van mogelijk in beslag genomen voorwerpen, die dan handelt overeenkomstig de bepalingen van het voorgaande lid en, zo nodig

 

 

Artikel 160 Sv

1.Ieder die kennis draagt van een der misdrijven omschreven in de artikelen 92-110 van het Wetboek van Strafrecht, in Titel VII van het Tweede Boek van dat Wetboek, voor zoover daardoor levensgevaar is veroorzaakt, of in de artikelen 287 tot en met 294 en 296 van dat wetboek, van menschenroof of van verkrachting, is verplicht daarvan onverwijld aangifte te doen bij een opsporingsambtenaar.

2.De bepaling van het eerste lid is niet van toepassing op hem die door de aangifte gevaar zou doen ontstaan voor eene vervolging van zichzelven of van iemand bij wiens vervolging hij zich van het afleggen van getuigenis zou kunnen verschoonen.

3.Evenzoo is ieder die kennis draagt dat iemand gevangen gehouden wordt op eene plaats die niet wettig daarvoor bestemd is, verplicht daarvan onverwijld aangifte te doen bij een opsporingsambtenaar.

Artikel 135 Sr

Hij die, kennis dragende van een strafbare samenspanning, op een tijdstip waarop het plegen van deze misdrijven nog kan worden voorkomen, opzettelijk nalaat daarvan tijdig voldoende kennis te geven, hetzij aan de ambtenaren van de justitie of politie, hetzij aan de bedreigde, wordt, indien het misdrijf is gevolgd, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

Artikel 11Bw1

Goede trouw van een persoon, vereist voor enig rechtsgevolg, ontbreekt niet alleen, indien hij de feiten of het recht, waarop zijn goede trouw betrekking moet hebben, kende, maar ook indien hij ze in de gegeven omstandigheden behoorde te kennen. Onmogelijkheid van onderzoek belet niet dat degene die goede reden tot twijfel had, aangemerkt wordt als iemand die de feiten of het recht behoorde te kennen.

Artikel 284 Sr

1. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft:

1°. hij die een ander door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, gericht hetzij tegen die ander hetzij tegen derden, wederrechtelijk dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden;

2°. hij die een ander door bedreiging met smaad of smaadschrift dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden.

2. In het geval onder 2° omschreven wordt het misdrijf niet vervolgd dan op klacht van hem tegen wie het gepleegd is.

Artikel 285 Sr

1. Bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

2.Indien deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde geschiedt, wordt ze gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

3. Bedreiging met een terroristisch misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

4. Indien het feit, omschreven in het eerste, tweede of derde lid, wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Artikel 285b Sr

1. Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen wordt, als schuldig aan belaging, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.

2. Vervolging vindt niet plaats dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is begaan.

Artikel 365 Sr

De ambtenaar die door misbruik van gezag iemand dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

Artikel 273f Sr

1. Als schuldig aan mensenhandel wordt met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie gestraft:

1°. degene die een ander door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die ander heeft, werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, met inbegrip van de wisseling of overdracht van de controle over die ander, met het oogmerk van uitbuiting van die ander of de verwijdering van diens organen;

2°. degene die een ander werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, met inbegrip van de wisseling of overdracht van de controle over die ander, met het oogmerk van uitbuiting van die ander of de verwijdering van diens organen, terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;

3°. degene die een ander aanwerft, medeneemt of ontvoert met het oogmerk die ander in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling;

4°. degene die een ander met een van de onder 1° genoemde middelen dwingt of beweegt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten of zijn organen beschikbaar te stellen dan wel onder de onder 1° genoemde omstandigheden enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van arbeid of diensten of zijn organen beschikbaar stelt;

5°. degene die een ander ertoe brengt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of zijn organen tegen betaling beschikbaar te stellen dan wel ten aanzien van een ander enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van die handelingen of zijn organen tegen betaling beschikbaar stelt, terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;

6°. degene die opzettelijk voordeel trekt uit de uitbuiting van een ander;

7°. degene die opzettelijk voordeel trekt uit de verwijdering van organen van een ander, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat diens organen onder de onder 1° bedoelde omstandigheden zijn verwijderd;

8°. degene die opzettelijk voordeel trekt uit seksuele handelingen van een ander met of voor een derde tegen betaling of de verwijdering van diens organen tegen betaling, terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;

9°. degene die een ander met een van de onder 1° genoemde middelen dwingt dan wel beweegt hem te bevoordelen uit de opbrengst van diens seksuele handelingen met of voor een derde of van de verwijdering van diens organen.

2. Uitbuiting omvat ten minste uitbuiting van een ander in de prostitutie, andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen of verplichte arbeid of diensten, met inbegrip van bedelarij, slavernij en met slavernij te vergelijken praktijken, dienstbaarheid en uitbuiting van strafbare activiteiten.

3. De schuldige wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien:

1°. de feiten, omschreven in het eerste lid, worden gepleegd door twee of meer verenigde personen;

2°. degene ten aanzien van wie de in het eerste lid omschreven feiten worden gepleegd een persoon is die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt dan wel een ander persoon is bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt;

3°. de feiten, omschreven in het eerste lid, zijn voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld.

4. Indien een van de in het eerste lid omschreven feiten zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft of daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is, wordt gevangenisstraf van ten hoogste achttien jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.

5. Indien een van de in het eerste lid omschreven feiten de dood ten gevolge heeft, wordt levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.

6. Onder kwetsbare positie wordt mede begrepen een situatie waarin een persoon geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het misbruik te ondergaan.

7. Artikel 251 is van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 47 Sr

1. Als daders van een strafbaar feit worden gestraft:

1°. zij die het feit plegen, doen plegen of medeplegen;

2°. zij die door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, of misleiding of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen het feit opzettelijk uitlokken.

2. Ten aanzien van de laatsten komen alleen die handelingen in aanmerking die zij opzettelijk hebben uitgelokt, benevens hun gevolgen.

 

 

 

 

Artikel 48 Sr

Als medeplichtigen van een misdrijf worden gestraft:

1°. zij die opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf;

2°. zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf.

Artikel 49 Sr

1. Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij medeplichtigheid met een derde verminderd.

2.Geldt het een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld, dan wordt gevangenisstraf opgelegd van ten hoogste twintig jaren.

3. De bijkomende straffen zijn voor medeplichtigheid dezelfde als voor het misdrijf zelf.

4.Bij het bepalen van de straf komen alleen die handelingen in aanmerking die de medeplichtige opzettelijk heeft gemakkelijk gemaakt of bevorderd, benevens hun gevolgen.